Trijntje de Wit

Een persoonlijk verhaalTrijntje

Trijntje de Wit – Gosker (1948)

Het is 1980. Ik sta voor de klas en geniet van mijn vak, vooral van de dagelijkse leeslessen. Want wat is er mooier dan een kind te mogen leren lezen? De blijdschap bij het kind dat roept: Kijk juf, daar staat aap!

In dat jaar wordt onze dochter Karlien geboren, een bijzonder meisje. Zij heeft het downsyndroom. Haar komst zal ons leven als gezin en zelfs mijn loopbaan ingrijpend veranderen. We gaan op bezoek bij een gezin in de buurt omdat Betsie daar woont. Ze is 17 en heeft net als onze dochter het downsyndroom. We willen weten hoe onze toekomst eruit kan zien. Tot onze verbazing zit Betsie die avond op de bank een boek te lezen. Ik ben beduusd. Lezen? Kan dat? Wie heeft het haar dat geleerd? ‘Ik’, zegt moeder, ‘op school weten ze niet dat Betsie kan lezen.’

Mijn nieuwsgierigheid als moeder èn leerkracht is gewekt. Het volgen van de opleiding ‘speciaal onderwijs’ is de eerste stap. Als student begin ik onderzoek te doen op de zml school in onze stad. De onderzoeksgroep bestaat uit een voltallige VSO klas, 13-17 jaar oud. Eén leerling kan al lezen: Marc, die het lezen van zijn zus heeft geleerd. Alle anderen zijn als tabula rasa: geen enkele leeservaring, dus ook geen negatieve! Elke week leren we een letter. Twee keer per week doen we een synthese oefening. En ondertussen ontdek ik het belang van de klankgebaren van Borel Maisonny die ik vond in de boeken van Professor Dumont. De kracht van die motorische ondersteuning leidt tot de titel van mijn scriptie: Lezen moet je dóén.

Het is de periode waarin Karlien gaat leren lopen en haar eerste woordjes zegt. Ze ontwikkelt zich op dezelfde wijze als haar beide grote broers, alleen veel langzamer! Wat de jongens als vanzelf leken te leren, moet haar stap voor stap worden bijgebracht, als in een vertraagde film. Dat brengt mij op de vraag: Hoe vertraag je het leesproces? Hoe deed men dat vroeger? Hoe heeft de mensheid überhaupt het SCHRIFT ontdekt? En dus lees ik over de ontwikkeling van het schrift en ontdek dat dit steeds begint met beeldschrift: Egypte, China,  Irak. Tegelijkertijd kom ik op het spoor van de pictoboekjes van Beppy Paulussen-van Vugt. Ik ga bij haar op bezoek in Venlo. Wat een mooi mens! Zij had toen de leeftijd die ik nu heb. Nog altijd ben ik haar dankbaar voor de manier waarop ze mij aanmoedigde en inspireerde.

Stap voor stap leren mijn leerlingen lezen. En telkens als er iets niet lukt vraag ik mij af wat aan de didactiek verbeterd kan worden om het ze makkelijker te maken. Ik ontdek op die manier het grote belang van leesrichting, tot in de letters toe. Zo ontstaan de tien grondvormen waarmee je elke letter kunt verwoorden. Het aanleren daarvan vraagt ook weer om een eigen didactiek met een aanpak die beschreven staat in Het Vormenboek. Na de diplomering (1985, cum laude) wordt de scriptie Lezen moet je dóén bewerkt tot methodiek en uitgegeven door de Stichting Leerplan Ontwikkeling (SLO Enschede, 1986). Daarna komt de vraag naar een methode die op deze methodiek kan worden gebaseerd. Dat worden de werkboeken Lezen wat je kunt.

Trijntje de WitAls hogeschooldocent geef ik vanuit  het Seminarium voor Orthopedagogiek talloze malen de cursus Lezen moet je dóén . Meer collega’s volgen, onder wie Ineke Hendriks en Betsie Kroon. In 2003 komt het verzoek mee te willen werken aan het maken van een computerprogramma bij Lezen moet je dóén. Dat resulteert in Kijken en Kiezen (Groen, 2005). Als dit programma klaar is begint een nieuwe periode van nascholing. Dit keer samen met Henk ten Cate.

Het is 2009 en de methode is aan revisie toe. Omdat er geen uitgever is die voor zo’n kleine doelgroep de methode kan uitgeven, doen we het zelf. Eerst de boeken Lezen wat je kunt (2009), dan Het Vormenboek (2014) en Zeggen wat je ziet (2015). Collega’s uit België vragen om een Vlaamse versie en die komt er nog datzelfde jaar (2015). Het laatste deel van deze revisie betreft het Handige Klankenboekje (2016). Als dat klaar is en veel aftrek vindt, wordt besloten om toch ook alle delen van Lezen wat je kunt nogmaals te moderniseren. Het is nu zomer 2016 en ook deze revisie van LWJK A,B, C en D is klaar: nog mooier, duidelijker en uitgebreider!

uitreiking HJJprijsHet reviseren en opnieuw cursus geven daagt mij ondertussen uit nog een stap verder te gaan: het ondertiteld beeldschrift dat al lang in mijn hoofd rondspookte, moest nu dan toch maar eens het licht gaan zien. We leven in de mooie tijd van digitalisering. De mogelijkheden liggen binnen handbereik.
De tijd is rijp om het Picto Semi Schrift te gaan ontwikkelen. De in 2011 aan dit project toegekende van de Hermen J. Jacobsprijs biedt de financiële ruimte voor het nodige programmeerwerk en de pictotekenaars. De Pictoschrijver wordt werkelijkheid!

Het is nu 2016 en de Pictoschrijver heeft er een broertje bijgekregen: De Pictozoeker. Hiermee kunnen leerkrachten en logopedisten de picto’s van het Semi Picto Schrift ook apart downloaden. En tussendoor kon, ook met steun van het Hermen J. Jacobsfonds, een gratis webpapp programmaatje worden gerealiseerd waarmee kinderen die zichzelf willen leren lezen aan de slag  kunnen: Lees het zelf (2015).

Inmiddels is er een vast team ontstaan rond Lezen moet je dóén:
Karlien kookt 206

  • Als eerste: dochter Karlien, altijd bereid dingen te testen en van commentaar te voorzien. Op de foto test ze een pictorecept.
  • Henk ten Cate, eigenaar van Kijken en Kiezen, verzorgt daarnaast nascholing rond Lezen moet je dóén.
  • Renier Vermaak, onze vaste programmeur.
  • Hans Driezen, verzorgt webwinkel en website.
  • Erik Gosker, met als bijnaam Picto Erik, adviseert en twittert vanuit de pictoschrijver.
  • Harry Gijsman, Tony Boiso en Marlies de Wit zijn de pictotekenaars van het eerste uur.
  • José Kuijpers maakt wekelijks het Picto Nieuwsbegrip dat wij via Facebook doorgeven.
  • En dan zijn er nog de leesbegeleiders her en der over het land verspreid. Je vindt hun namen onder het kopje Leesbegeleiders.

Voor mij is de tijd gekomen om wat de nascholing betreft het stokje te gaan doorgeven aan de volgende generatie. Henk ten Cate en de leesbegeleiders Lineke van Oostrum en Anne Agema hebben reeds ervaring in het geven van nascholing en het verzorgen van presentaties. Daarnaast zoeken we nog meer docenten die vanuit hun eigen praktijkervaring anderen op weg willen helpen. Vooral ook in België! Iets voor jou? Schroom niet, meld je aan!

In de komende tijd blijf ik me inzetten voor de verdere ontwikkeling  van LMJD en de Pictoschrijver. En via e-mail blijf ik graag in contact met de gebruikers van deze producten.

Hartelijke groeten

Trijntje de Wit-Gosker

Oh, ja, ik schrijf ook graag gedichten en speel met pictopoëzie.
Nieuwsgierig? Bekijk de experimentele dichtbundel Weerwoord.